Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Eigen Regie Friesland voelt zich verantwoordelijk om een goede kwaliteit van de dienstverlening aan haar deelnemers te leveren. Deze verantwoordelijkheid is ook aan de orde binnen de dienstverlening aan deelnemers die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

Dit betekent dat van de beroepskrachten die werkzaam zijn bij Eigen Regie Friesland verwacht wordt dat zij attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld en/of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen.

Om de verantwoordelijkheid over de kwaliteit te waarborgen werkt Eigen Regie Friesland met de meldcode ‘Kindermishandeling en huiselijk geweld’. Deze meldcode geeft aan welke stappen beroepskrachten moeten nemen wanneer zij signalen ontvangen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

Onder huiselijk geweld wordt het volgende verstaan:

  • Lichamelijk geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring
  • Geestelijk geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring
  • Seksueel geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring

Onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen oudermishandeling, vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld.

Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden.

Onder kindermishandeling wordt verstaan: iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke , psychische of seksuele aard, die de ouders en/of opvoeders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijk of van onvrijheid staat, actief op passief opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel , daaronder ook begrepen eergerelateerd geweld, huwelijkswang, vrouwelijk genitale verminking en het als minderjarige getuige zijn van huiselijk geweld tussen ouders en/of opvoeders en/of andere huisgenoten.

Onder beroepskrachten wordt verstaan alle medewerkers die voor of in opdracht van Eigen Regie Friesland werkzaam zijn.

Onder deelnemers wordt verstaan; ieder persoon aan wie de beroepskracht zijn professionele diensten verleent.

Binnen deze meldcode zijn de Wet bescherming persoonsgegevens; de Wet op jeugdzorg, alsmede de komende jeugdwet; de Wet maatschappelijke ondersteuning en het privacy reglement van Eigen Regie Friesland van kracht.

Meldcode in relatie tot het beroepsgeheim en de meldrechten huiselijk geweld en kindermishandeling

De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bieden alle beroepskrachten met een beroepsgeheim of een andere zwijgplicht, het recht om een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling te melden, ook als zij daarvoor geen toestemming hebben van hun deelnemer. Zie voor de wetteksten artikel 53 lid 3 op Wet op jeugdzorg en artikel 21d lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning) De stappen van de meldcode beschrijven hoe een beroepskracht met een geheimhoudingsplicht op een zorgvuldige wijze om gaat met deze meldrechten.

Stap 1

Wanneer er signalen zijn van huiselijk geweld en/of kindermishandeling worden deze vastgelegd in het deelnemersdossier en gedeeld met  alle beroepskrachten die betrokken zijn bij de deelnemer.

Kindcheck

Tijdens de intake of bij verandering van de gezinssamenstelling zal er een kindcheck uitgevoerd worden door de aan u toegewezen casemanager.

Er zal aan u gevraagd worden of er minderjarige kinderen aan uw zorg zijn toevertrouwd, in alle gevallen waarin zijn medische conditie of andere omstandigheden een risico vormen op een bedreiging in de ontwikkeling of de veiligheid van deze kinderen. Deze gegevens zullen vastgelegd worden in uw deelnemersdossier. Er zal ook vastgelegd worden om hoeveel kinderen het gaat en wat de leeftijd is van de kinderen; of de deelnemer de zorg voor de kinderen deelt met een (ex-) partner of met een andere volwassene.

Oudersignalen

Wanneer de beroepskracht zelf geen contact heeft met de kinderen dan worden eventuele ‘oudersignalen’ vastgelegd als de lichamelijk of geestelijke conditie of andere omstandigheden, een bedreiging kunnen vormen voor de veiligheid of de ontwikkeling van de kinderen die van de deelnemer afhankelijk zijn.

De stappen van de meldcode zijn ook van toepassing op deze ‘oudersignalen’.

Wanneer de signalen of mogelijk geweld gepleegd is door een beroepskracht ten opzichte van een deelnemer of de kinderen die onder zijn of haar zorg vallen, dan moeten deze signalen gemeld worden bij de leidinggevende of de directie, conform de interne richtlijnen. Hiervoor kan het formulier ‘meldingsformulier directie Eigen Regie Friesland’ gebruikt worden.  In dat geval is dit stappenplan niet van toepassing.

Signalen over mogelijk geweld gepleegd tussen deelnemers, bijvoorbeeld bewoners van een instelling of tussen bewoners van een gezinshuis vallen niet onder het stappenplan van de meldcode. Uw signalen meldt u bij de leidinggevende of de directie.

Op deze regel geldt één uitzondering: de signalen van mogelijk geweld vallen wel onder de meldcode als het geweld zich afspeelt tussen partners die beide deelnemer zijn van de instelling, bijvoorbeeld als zij als echtgenoten of partners samen wonen in een gezinshuis of andere instelling.

Stap 2

Tijdens deze stap zullen de signalen door de betrokken casemanager met deskundige collega’s tijdens het deelnemersoverleg en met de leidinggevende en/of directie van Eigen Regie Friesland besproken worden. Er zal tijdens dit overleg besproken worden of het nodig is om advies van het AMK, het SHG of een deskundige op het gebied van letselduiding (als er behoefte is aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak) van letsel) te vragen.

Bij de aanpak van specifieke vormen van geweld, zoals eergeralateerd geweld, huwelijksdwang, seksueel misbruik of vrouwelijke genitale verminking, wordt altijd het advies ingewonnen van het AMK en/of het SHG over de vervolgstappen.

De uitkomsten van de collegiale consultaties en/of het gegeven advies zal ook in het deelnemersdossier vastgelegd worden.

Stap 3

Tijdens het deelnemersoverleg  waar ook de leidinggevende en/of directie bij aanwezig is zal besproken worden of er sprake is van mogelijk risico wanneer we een gesprek met de deelnemer aangaan. Hiervoor wordt tevens de Agressie Risico Inschatting Huisbezoek vooraf ingevuld door de betrokken casemanager  waaruit ook een veiligheidsplan gemaakt zal worden met de leidinggevende. Dit veiligheidsplan zal vervolgens besproken worden tijdens het deelnemersoverleg. Het veiligheidsplan is hierin tevens leidend.

Wanneer de beroepskracht met u in gesprek gaat zal:

  • Het doel van het gesprek aan u uitgelegd worden
  • Zullen de feiten die zijn vastgelegd en de waarnemingen met u besproken worden
  • Zal u uitgenodigd worden om een reactie hierop te geven
  • Zo nodig zal na uw reactie de beroepskracht zijn interpretatie geven van hetgeen gezoen, gehoord en waargenomen is.

Tijdens het deelnemersoverleg kan besloten worden om niet met de deelnemer in gesprek te gaan om de melding vooraf te bespreken. Dit is alleen mogelijk wanneer:

  • Er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de deelnemer, die van de beroepskracht of die van een ander in het geding komt, of zou kunnen zijn;
  • Als er goede redenen zijn om te veronderstellen dat de deelnemer door dit gesprek het contact met de beroepskracht zal verbreken en dat de deelnemer daardoor niet voldoende meer kan worden beschermd tegen het mogelijke geweld.

Stap 4

Het team van de betrokken deelnemer weegt tijdens deze stap de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de deelnemer het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Tevens zal onderzocht worden wat de aard en de ernst van het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling is.

Bij twijfel zal opnieuw contact opgenomen worden met het AMK of het SHG. Zij kunnen het team van de betrokken deelnemer ondersteuning bieden bij het wegen van geweld en de risico’s op schade en zijn kunnen adviseren over vervolgstappen.

Stap 5

Wanneer het team van betrokken deelnemer van mening is dat zij de deelnemer voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling kan beschermen zullen de volgende stappen gezet worden:

  • De noodzakelijke hulp zal georganiseerd worden
  • De effecten van de hulp zullen gevolgd worden
  • Wanneer er de signalen dat er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint zal er alsnog een melding gedaan worden

Wanneer het team van mening is dat zij de deelnemer niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld en/of kindermishandeling kan beschermen of hier wordt aan getwijfeld dan zullen de volgende stappen genomen worden:

  • De signalen zullen gemeld worden bij het AMK of het SHG
  • Met het AMK of het SHG zal overlegd worden wat na de melding binnen de grenzen van de gebruikelijke werkzaamheden de beroepskracht zelf nog kan doen om de deelnemer en zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling te beschermen

De melding zal vooraf met de deelnemer zelf (vanaf 12 jaar) en of met de ouder en/of opvoeder (als de deelnemer nog geen 16 jaar oud is) besproken worden.